Vrienden

‘Hoe zeg je eigenlijk mosterd in het Frans? Ik lust wel een likje bij de kaas.’
‘Mosterd? Uh, moustache.’
‘Moestasj?’
‘Ja.’
‘Messieur, can I have moestasj?’
‘Nou, hij kijkt niet eens.’
‘Je moet het vriendelijker vragen.’
‘Messieur, do you have moestasj, sil voe plaj?’
‘Je ziet dat hij me hoort en toch komt ie niet. Wat een arrogant volk, die Fransen. Dit kaasplankje is reteduur en er kan geen likje mosterd vanaf. Zag je dat? Hij keek me aan en loopt gewoon door. En maar zenuwachtig aan zijn snor plukken.
Waarom zit je nou de hele tijd te lachen?’

 

Eindstation

‘Weet je wat het met jou is, jij denkt alleen maar aan jezelf. Zonder jou was dit allemaal niet gebeurd.’ De vrouw kijkt naar haar man rechts van haar.
‘Nu zwijg je, hè!’ Vinnig trapt ze het gaspedaal verder in.
Langzaam verdwijnt het stadsbeeld.
Ze kijkt opnieuw naar haar man en glimlacht. Aan het einde van het bospad stopt ze.
‘Rust, dit is toch wat je bedoelde?’
De vrouw stapt uit, loopt om de auto heen en opent de bijrijderdeur met een zwaai. ‘Eindstation’, fluistert ze in het oor van haar man en grist de schop van de achterbank.

Maak jouw eigen website met JouwWeb